Het begon allemaal zo beetje in 1989. Zomaar ineens, wat ik me ervan herinner was ik geboeid geraakt van een Volkswagen Kever Cabriolet. Internet was er nog niet, auto’s zoeken deed je nog in de krant. De Telegraaf had toen de auto-krant op zaterdag. Een groot aantal pagina’s van gebruikte auto’s en een speciale rubriek van oldtimers  en cabriolets. Met de pen omcirkelde je dan auto’s die je interesseerde. Mijn oog viel op een metallic grijze Kever Cabriolet  1303. Te koop bij een handelaar in cabrio’s ergens in Rotterdam Hilgersberg. Samen met vriend Peter, ook sinds lang een cabrio liefhebber gingen wij de cabriolet bekijken. Twee “echte” autohandelaren stonden ons te woord. In de showroom stond de Kever te glimmen, als nieuw. De verkopers waren uiterst vriendelijk, al zagen ze er uit als “boefjes”. We mochten ermee proef rijden. De rit duurde niet lang, bij een stoplicht sloeg de Kever af en wilde niet meer starten, benzine op? Ben vergeten wat erna allemaal passeerde, ik was verliefd. Met een aanbetaling van Fl. 1.000,-- mocht ik hem mee nemen om maandag mijn Ford Escort er op in te ruilen. Kon ik er het weekeinde alvast van genieten.

Trots stond ik voor de deur van mijn woning te kijken naar de nieuwe aanwinst. Mijn handen jeukte om het interieur aan te pakken, het was wel netjes maar het kon beter. De stoelen kregen een beurt en de achterbank haalde ik er uit om er beter bij te kunnen. Een buurman van een eindje verderop liep voorbij en vroeg waar het roest vandaan kwam wat op straat lag bij één van de wielkuipen. “Geintje……” riep ik. Na een kwartiertje stapte ik uit en toch een beetje twijfelend keek ik naar de wiel kuip, shit. Er roest op de straat. Na een inspectie zag ik dat er op diversen plaatsen stukken plaat waren ingelast in de wiel kuipen wat moeilijk te zien was door de dikke laag zwart tectyl.

Het plezier was volkomen verdwenen, hoe heb ik dit niet kunnen zien. BLIND gewoon blind van liefde op het eerste gezicht. De Zaterdag gelijk terug, boos en teleurgesteld de verkoper en eigenaar vertelde dat ik hem mee mocht nemen voor keuringen en onderzoek. Ik had hem wel op een brug gehad bij een plaatselijke garage maar geen vreemde dingen gezien.

Er volgde een discussie en ik trok aan het kortste eind. De koop was gesloten en als ik hem terug wilde geven kostte dit mijn aanbetaling. Toen nog onervaren en overbluft verliet ik het pand, zonder Kever Cabriolet en Fl. 1.000,-- armer. Eikel dacht ik, wat een eikel was ik.




Die avond had ik gelukkig een feestje bij een vriend in zijn tuin. Er waren veel gasten, wat ik wilde drinken? “Doe mij maar een Whisky en als hij op is nog één. Na twee stevige glazen Whisky liep ik naar de achtertuin, daar zaten een aantal gasten gezellig in een kringetje lol te maken, of ik er bij wilde komen zitten vroegen ze. Er gingen een aantal joint's het kringetje door, niet dat ik zo gebruiker was maar waarom ook even niet na zo’n dag. We hebben toen nog hartelijk gelachen om mijn verhaal, de Fl. 1.000,-- en de roest bak. De andere ochtend was het wel letterlijk en figuurlijk met een kater opgestaan. En nog erger, nog steeds geen cabriolet. Ik zou de strijd niet op geven maar het me ook niet echt makkelijker maken,                                  waarom makkelijk als het ook moeilijk kan. Op naar het Carlifornia avontuur.

De miskoop, zelf nog trots achter het stuur en mijn

buurman/vriend Peter vond het ook wel wat.


De Kever Cabriolet uit Carlifornia


Het cabrio rijden, hoe kort het ook was, het had me gegrepen. Na de kater van de eerste Kever Cabriolet ging ik kort erna op zoek naar een ander exemplaar. Na informatie was ik tot conclusie gekomen dat een compleet gerestaureerde, waarvan de carrosserie helemaal van de bodemplaat is af geweest en ge-zandstraald het beste zou zijn. Al snel kwam ik tot ontdekking dat dit qua prijs te hoog gegrepen was.

California, daar kwamen veel klassieker's vandaan. Een speurtocht naar een Kever Cabriolet in California  (30-06-1977) Naar California gaan was geen optie voor mij. Dus op zoek naar iemand die in California auto’s kocht. Na weer zoeken in het auto gedeelte van de Telegraaf liep ik tegen een advertentie op waarvan de Kever Cabriolet al met nog 5 andere old/young timers  in de haven van Rotterdam waren gearriveerd. De verkoper, een jonge knul die regelmatig uit California auto’s haalde. Zijn vader, een handelaar in gebruikte drukkerij machines vond het een goed plan ook zo zijn zoon het handelaars vak te leren. Een afspraak werd gemaakt in een grote loods in de haven waar de 6 auto’s net gelost waren uit een grote container. Met een hout constructie konden er precies 6 in, 3 onder en 3 boven. Er was een redelijk uniek exemplaar bij, een Alfa Romeo Guilia GT Sprint of misschien een andere volgorde van type Apart was hij wel, geheel van aluminium. De loods waar ze in stonden was een soort “niemandsland”. Daar mochten ze tijdelijk staan tot ze ingevoerd waren bij de douane. Ze mochten absoluut niet de loods verlaten. Proef rijden was dus geen optie, nou dan maar de motor laten lopen in de loods en een beetje heen en weer rijden en kijken of alles functioneerde. Het eerste wat niet functioneerde was de accu. Tja, wilde toch wel even de motor op zijn minst horen lopen. Voor de rest zag de Kever Cabriolet er goed uit, geheel origineel op het linker en rechter voor spatbord na, deze waren niet origineel en slecht over gespoten. In Amerika keken ze niet zo nauw  met repareren. Voor de rest waren alle rekeningen er bij van de garage uit California, alles klopte. Na wat speur werk en later met een telefonisch contact met de vorige eigenaar, telefoon nummer stond op de rekening,. De Kever was van een jonge dame geweest, een stewardess die verhuisde van California naar een ander deel van Amerika  en was genoodzaakt haar Kever te verkopen.

Ze vond het bijzonder dat haar Kever nu rond zou gaan rijden in Nederland, heb haar later nog een foto gestuurd, uiteraard genomen op de Kinderdijk, molens als achter grond.


Terug naar de loods en de jonge aspirant autohandelaar. Ik heb me laten overtuigen dat de Kever goed zou zijn. In California was er nog mee gereden na de verkoop en er was naar de haven gereden om hem te verschepen. Afspraak was nu, voor we naar de douane zouden gaan om de auto in te voeren en de BPM  te betalen, eerst langs een VW garage zouden gaan om hem aan de praat te krijgen.

  De Kever Cabriolet bij de Kinderdijk en de molens. (op kenteken 18-12-1989)

Bij de garage Hoogenboom Waalhaven is de Kever nagelopen en een nieuwe accu geplaatst. Starten en lopen dachten we even. Niet dus, een aarde kabel bleek het probleem te zijn. De Kever kon weer op de trailer met het Califonische nummerbord om op weg te gaan naar het  belasting/douane kantoor op de Puntegaalstraat in Rotterdam. Best spannend was het, de BPM moest bepaald worden, dit viel reuze mee. Ter plekke betaalde ik ook de verkoper en de Kever werd door hem met de trailer netjes bij mij thuis afgezet. Daar stond hij dan, nog geen meter in gereden maar wel voor de deur. De afspraak met RDW voor de keuring in Zwijndrecht was gemaakt. Met een dagkenteken voor de keuring dag kon ik dan eindelijk voor het eerste in de Kever gaan rijden. Geweldige ervaring, wel met de kap dicht want het was winter en niet echt veel zon om open te rijden. Bij de keuring kon ik ook goed de onderkant bekijken, nergens tectyl maar ook nergens roest. Ongelooflijk een auto van 12 jaar oud en geen spatje roest. De keurmeester verbaasde zich hoe makkelijk de bouten los konden. De Kever werd in één keer goed gekeurd. Ik moest wel vooraf Golf koplampen units erin zetten, in Amerika hebben ze Sealbeams een met gas gevulde koplamp of zo iets welke hier niet toegestaan is. Ook de achterlichten “olifantpoten” werden niet goedgekeurd, (olifantpoten was de benaming voor de grote achterlichten i.p.v. de kleine smalle) er zat geen EEG merkje in, de reflectors ontbraken. Twee lossen reflectors op het spatbord plakken was voldoende.

Ik kon ze na de keuring er zo weer afhalen. Ook de knipperlichten op het spatscherm mochten niet constant branden. Dit

is in Amerika normaal maar hier verboden, draadje los halen was voldoende om het later na de keuring weer aan  te

sluiten.

Wat een feest om in te rijden, in 1989 zag je niet echt veel cabrio’s, vaak leuke opmerkingen, ook van kinderen achter op

fiets, “mama, kijk een auto zonder dak”. Dat is het voordeel van een Kever, iedereen accepteert het. Bij verandering van

baan werd het voor een periode onze “gezinsauto”. Totaal geen probleem, altijd open rijden en elke dag het genot ervan.


OPEN RIJDEN

De eerste cabriolet.

1303 Triple With